12 20

Leerlingondersteuning



De leerlingondersteuning op François Vatel vmbo bestaat onder andere uit:

  • begeleiding bij leerproblemen zoals bijv. dyslexie of faalangst.
  • begeleiding bij de studie- en beroepskeuze via de mentoren en de decaan;
  • begeleiding bij sociaal-emotionele problemen via de mentor, de schoolarts, de leerlingbegeleiders, vertrouwenspersonen, jeugdzorg en schoolmaatschappelijk werk;
  • begeleiding bij rouw zoals bij sterfte en ook scheiding van de ouder(s)/verzorger(s)

Onderwijskundige begeleiding: de docenten

De eerst verantwoordelijken voor het onderwijs aan uw kind zijn natuurlijk de docenten. Ze weten voor hun vak het beste hoe uw kind ervoor staat. Zij rapporteren aan de mentor met wie u vier keer per jaar een gesprek voert op de mentordagen. Op de mentoravond heeft u een gesprek over de ontwikkeling en de resultaten van uw kind. Ook krijgt u daarbij het rapport uitgereikt. U kunt de absentie en resultaten van uw kind direct volgen via Magister. Daarnaast bestaat er altijd de mogelijkheid om individueel met mentoren of docenten afspraken te maken als u dat nodig acht. U kunt afspraken maken via de telefoon of via een e-mail. De e-mailadressen kunt u vinden op www.vatel.nl.

De begeleiding door de mentor

In de allereerste plaats berust de begeleiding van de leerlingen bij de mentor. Elke klas heeft een eigen mentor. De mentor heeft de zorg voor zowel de individuele leerlingen als voor de groep als geheel. Daarnaast heeft de mentor de taak de ouder(s)/verzorger(s) op de hoogte te houden van de leerresultaten en is hij de voornaamste contactpersoon tussen ouder(s)/verzorger(s) en school. Bovendien is het de taak van de mentor om die leerling die meer zorg nodig heeft, aan te melden bij de zorgcoördinator. Hoewel alle leerjaren mentoren hebben, is er een verschil in de begeleiding door de mentor in de onderbouw en de bovenbouw. In de eerste klas is de mentor vooral bezig de leerlingen te helpen met de overgang van de basisschool naar de middelbare school. Zo wordt er bijvoorbeeld aandacht besteed aan studie- en sociale vaardigheden. In de tweede klassen wordt het programma van de eerste klas voortgezet met daarnaast aandacht voor de keuzes voor het derde jaar. De begeleiding vanaf de derde klas is meer op de resultaten van de leerlingen gericht, zoals de voortgang van de cijfers en het bepalen welke schoolexamens in aanmerking komen voor herkansingen. Daarvoor wordt een aantal voortgangsgesprekken gepland. De studievaardigheden worden door de vakdocenten behandeld. Mentoren zijn er om de leerresultaten in de gaten te houden en vooral om de leerlingen bij eventuele moeilijkheden te helpen.

Begeleiding in verband met profiel-, school- en beroepskeuzes

De decaan van de school, samen met de mentoren begeleiden de leerlingen in de derde klas bij de keuze die ze moeten maken tussen de top-profielen binnen HBR en MVI.

In de vierde klas kiezen de leerlingen een vervolgopleiding op MBO-niveau. Samen met de mentoren zorgt de decaan voor de begeleiding van die keuzes en voor een goed advies. Dit heet Loopbaanoriëntatie en Begeleiding (LOB).

De decaan organiseert ook de voorlichtingsbijeenkomsten en beantwoordt vragen van ouder(s)/verzorger(s) en leerlingen op het gebied van vervolgopleidingen.
De decaan is degene die de leerlingen o.a. op de hoogte brengt van open dagen van de ROC’s.
Ook zal zij, als dat nodig is, betrokken zijn bij het proefstuderen op ROC’s. In voorkomende gevallen is zij de contactpersoon die kan regelen dat een leerling een beroepskeuzetest doet.

 

Sociaal-emotionele begeleiding

Het ene kind loopt praktisch probleemloos door de puberteit heen naar volwassenheid, het andere krijgt tijdens de puberteit (veel) problemen op sociaal-emotioneel gebied. De leerlingbegeleiders vangen deze leerlingen (en soms hun ouder(s)/verzorger(s)) op, staan hen met raad en daad bij en verwijzen, als dat nodig is, door naar de professionele hulpverlening. De coördinator passend onderwijs coördineert de zorg op school en de zorg die buiten school nodig is. Zij werkt intensief samen met school maatschappelijk werk en samenwerkingsverband. In de loop van het schooljaar wordt een aantal cursussen georganiseerd op het gebied van faalangst.

Extra ondersteuning (passend onderwijs)

Sommige leerlingen hebben meer begeleiding nodig dan de meeste andere. Deze leerlingen kunnen in aanmerking komen voor extra ondersteuning. Hierbij wordt extra tijd voor de leerlingbegeleider of mentor ingekocht of voor een externe deskundige die de leerling op school kan begeleiden. Voor meer informatie over passend onderwijs kunt u terecht op de website van het samenwerkingsverband: www.swvzhw.nl

 

Seksuele intimidatie, discriminatie, machtsmisbruik en geweld

Leerlingen kunnen in aanraking komen met seksuele intimidatie, discriminatie, machtsmisbruik of ander geweld. In geval van hierboven genoemde zaken kunnen leerling en ouder(s)/verzorger(s) ook bij een van de vertrouwenspersonen terecht. Zij werken op basis van het Reglement Vertrouwenspersonen en de Klachtenprocedure Seksuele Intimidatie. Als u hierover meer informatie wilt, kunt u dit reglement en/of de klachtenregeling aanvragen bij onze receptie. De vertrouwenspersoon biedt hulp, geeft informatie en advies en verwijst, indien nodig, naar externe hulp. Ook kan de vertrouwenspersoon bemiddelen tussen een klager en een aangeklaagde. De vertrouwenspersonen kunnen gevraagd en ongevraagd adviseren aan de schoolleiding met betrekking tot maatregelen ter preventie en bestrijding van genoemde zaken.

Externe vertrouwenspersonen

Het is mogelijk dat er behoefte bestaat aan een externe, dus niet aan de school verbonden, vertrouwenspersoon. Scholengroep Spinoza voorziet in deze behoefte met behulp van de vertrouwenspersonen die werkzaam zijn bij Spinoza.

Het zorgteam en het begeleidingsnetwerk

De leerlingbegeleiding op school kent uiteraard haar grenzen. Zodra externe professionele hulp nodig blijkt, kunnen wij niet helpen, maar slechts naar de goede instanties verwijzen. Daartoe vindt er in het zorgteam regelmatig overleg plaats over individuele leerlingen (bij externe hulpverlening altijd met toestemming van de ouder(s)/verzorger(s)). Het zorgteam is samengesteld uit de leerlingbegeleiders, de afdeling Remedial Teaching, de teamleiders, schoolmaatschappelijk werker, zorg coördinator en SOT-er (ondersteuner in het kader van passend onderwijs) Ook ouder(s)/verzorger(s) kunnen hun probleem voorleggen aan het zorgteam via de decaan/leerlingbegeleider.

Schoolmaatschappelijk werk en VO Jeugdteams

Vanaf het nieuwe schooljaar starten vanuit het Haagse Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) vier jeugdteams. Deze vier jeugdteams ondersteunen het Schoolmaatschappelijk werk op alle Haagse voortgezet onderwijs scholen. Dit doen de teams in nauwe samenwerking met de schoolartsen en schoolverpleegkundigen De SMW-plus er vervult de verbinding met de jeugdteams. Het doel is de zorg zoveel mogelijk aan te laten sluiten op de zorgvragen van de leerlingen.

Ernstige taal- en rekenproblemen

Via de basisschool is vaak al bekend welke leerlingen zijn gediagnosticeerd met dyslexie of dyscalculie. Leerlingen die daardoor moeilijkheden ondervinden bij leren worden desgewenst doorverwezen naar een remedial teacher die een handelingsplan opstelt. Dit handelingsplan wordt uitgevoerd door RT’er in samenwerking met de docenten. In het geval de leerling extra ondersteuning heeft, wordt het handelingsplan overeengekomen met de ouder(s)/verzorger(s). Leerlingen die in bezit zijn van een geldige verklaring kunnen aanspraak maken op het recht van extra faciliteiten bij Schoolexamens en bij het Centraal Examen.



Leerwegondersteunend onderwijs (Lwoo)

Een leerling met een lwoo indicatie heeft recht op extra hulp bij het inlopen van leerachterstanden en het leren omgaan met eventueel sociaal emotionele problematiek. Deze hulp kan bijvoorbeeld bestaan uit huiswerkbegeleiding, begeleidingslessen, remedial teaching of begeleiding door externen. Welke extra hulp daadwerkelijk ingezet gaat worden gaat in de overleg met alle betrokken partijen.